Wetenschap

Het noorderlicht, ook bekend als het poollicht, ontstaat door de zonnewind, een sterke stroom van geladen deeltjes die uitbarstingen van plasmawolken op de zon met zich meebrengen. Deze deeltjes worden met enorme snelheden de ruimte in geslingerd, soms tot wel 300 tot 700 kilometer per seconde. Als deze deeltjesstroom de aarde nadert, wordt hij aangetrokken door het aardmagnetisch veld en afgebogen naar de Noord- en Zuidpool. Daar dringen ze de atmosfeer binnen en veroorzaken ze het spectaculaire schouwspel van het noorderlicht of zuiderlicht.

De dans van atomen: licht uit energie

Wanneer de geladen deeltjes in de atmosfeer botsen met zuurstof- en stikstofatomen, wordt er energie vrijgegeven. Deze energie wordt vervolgens uitgestraald in de vorm van kleurrijk licht, dat we kunnen waarnemen als het poollicht. Dit fenomeen werd voor het eerst ontdekt tijdens het Internationaal Geofysisch Jaar in 1957.

Baanbrekende ontdekkingen: Kristian Birkeland’s theorie

De theorie achter het noorderlicht werd eerder ontwikkeld en bewezen door de Noorse ingenieur Kristian Birkeland (1867-1917), hoewel het destijds nog niet wetenschappelijk werd aanvaard. Sindsdien zijn er echter satellietmetingen geweest die langzaam hebben geleid tot een verandering van paradigma in de kosmologie, waarbij de rol van plasma steeds meer wordt erkend.

Noorderlicht wetenschap

Bron: Lappland Media – Peter Rosén