Het vastleggen van het noorderlicht vereist de juiste camera-instellingen om de prachtige details en kleuren van dit natuurverschijnsel vast te leggen. Hier zijn enkele specifieke aanbevelingen:
Focus
Gebruik een heldere ster aan de nachtelijke hemel als referentiepunt om handmatig scherp te stellen, omdat de autofocus moeite kan hebben in het donker.
Sluitertijd
Probeer voor helder en actief noorderlicht een sluitertijd tussen 5 en 10 seconden. Bij langzamer bewegende aurora kun je 12-20 seconden overwegen, terwijl voor vage aurora sluitertijden van 20-25 seconden geschikt kunnen zijn.
ISO-waarde
Experimenteer met de ISO-instellingen, waarbij een hogere ISO-waarde meer licht vangt, maar ook kan leiden tot meer korreligheid in de foto’s. Begin met lagere waarden (bijvoorbeeld ISO 400) en pas aan op basis van de omgevingslichtomstandigheden.
Diafragma (f-stop)
Stel het diafragma in op minimaal f/4 om voldoende licht binnen te laten voor het vastleggen van het noorderlicht. Vermijd diafragmawaarden lager dan f/2.8 om ‘ruis’ in de beelden te voorkomen.
Witbalans
Selecteer de witbalansinstelling “daglicht” om te voorkomen dat het licht in je foto’s te geel of blauw wordt. Dit helpt om de natuurlijke kleuren van het noorderlicht nauwkeuriger weer te geven.
Bron: Anette Nila / Northern Lights photo tour / Scandinavian Sami Adventure
Het is van belang om deze instellingen aan te passen op basis van de specifieke omstandigheden ter plaatse en de kenmerken van het noorderlicht dat je vastlegt. Een grondige kennis van je camera en voorafgaande oefeningen in verschillende omstandigheden zullen je helpen om de ideale instellingen te vinden en het magische moment vast te leggen. Houd de camera opgeladen en voorzien van een reservebatterij, en zorg voor voldoende opslagruimte op je geheugenkaart voor de vele RAW-beelden van het noorderlicht.
In het geval van camera-uitval of onverwachte verschijningen van het noorderlicht, kunnen moderne smartphones met de juiste instellingen nog steeds indrukwekkende foto’s maken.